Bel of app de Klinefelterfoon: 06-24107298

Interview met Harm

Zonder de ander ben je niemand

Als zittenblijven een beroep was, slaagde ik cum laude

Ik was een gevoelig en lief kind, speelde met kinderen die geplaagd werden omdat ze achterlijk waren, of de ouders minder bedeeld. Tussen mijn naasten voelde ik me onbegrepen, zij zagen mij niet zoals ik werkelijk was.

Ik ben een laatbloeier in alles: schaamhaar, gebroken stem, volwassenheid, vriendinnetjes, verliefdheid, seks. Buurjongens met brommers, stappen en matten, ik had er niks mee. In het weekend ging ik naar de padvinders. Zelfs daar was ik de rare vogel in die bonte stoet.

Onafhankelijkheid en vrijheid

Ik had een hekel aan school. Tekenen en handarbeid gingen nog wel maar de rest was shit. Dromerige droedels in de kantlijnen van mijn schrift. Starend door het raam verstierf de rumoerige klas en droomde ik mijn toekomst, abstract en diffuus, als een kunstenaar. Zoals die vrijwilliger die boven de Wereldwinkel woonde. Daar ging ik met mijn moeder heen en woonde bijeenkomsten bij van Solidaridad en de Vredesbeweging, op een rokerige zolder en liters koffie. Zijn huis was gekraakt. Een woord dat klonk als een klok: ‘gekraakt’. Het riekte naar onafhankelijkheid en vrijheid. Dat wilde ik, vrij zijn, weg van die bullshit die mijn leven heette. Weg.

Ik had mijn handen vol aan mezelf

Met het verglijden van de nutteloze jaren werden de resultaten slechter en slechter. Vwo, havo, mavo, lts. In die volgorde, wat ik ook deed. Mijn moeder sleepte mij van test naar test om erachter te komen waarom het maar niet wilde vlotten. “Het zit er wel in maar het komt er niet uit”. Mijn vader bracht ik tot razernij. Omdat er niets bleef hangen na avonden stampen, uur na uur. Loodzware onvoldoendes. Als zittenblijven een beroep was, slaagde ik cum laude. De lts bleek de fokking hel. Ik kreeg beginnende borstjes. Een mager, slungelig, onbehaard lijf tussen de ruwe, bonkige jongens onder de douche na de gym. Dat ik de homo was werd er in geramd. Hard. Ik was de underdog.

Ik had niks met een toekomst in die maatschappij waar ik maar geen plek in vond; dat ‘later’ waar een leven om vervulling vroeg. Waar het ging om werken voor je geld voor nutteloze goederen, over kortzichtig klootjesvolk waar ik niets mee had. Ik had mijn handen vol aan mezelf in het heden van toen.

Met de paplepel ingegoten

Na de lts werd ik als sociaal werker geschoold want dat lag voor de hand. Wij kregen die sociale grondhouding met de paplepel ingegoten. Mijn moeder bekleedde naast haar rol als huisvrouw en moeder allerlei bestuursfuncties in regionale politieke en sociale organisaties. Onderduikers in de oorlog, verzet, sociale strijd, dat soort dingen. Toen ze overleed stond er een rij tot ver buiten het crematorium. Ze was wijd en zijd geliefd om haar sociale inborst en haar bekommernis om de kwetsbaren. Thuis was het echter een afstandelijke bedoening. Alleen als je wat had kreeg je aandacht. Mijn oudere zus is gehandicapt, aan mij zag je niks. Mijn leven stond meestal ten dienste van de ander ten koste van mezelf. Het kostte jaren om dat recht te zetten.

Na mijn opleiding werkte ik jarenlang als vrijwilliger in het jongerenwerk. Ik was een adept van de no-future-generatie: geen werk, geen toekomst, geen idealen. In de krakersbeweging waar ik rondhing, stond een negen-tot-vijfbaan ook niet erg hoog in het vaandel. Voor de rest deed ik geen reet. Ik moest in dienst en weigerde, deed beroep op de wet gewetensbezwaren. Later weigerde ik ook de vervangende dienst, ze zochten het maar uit met hun zooitje. Ik werd ontboden op het ministerie. Na een gesprek van nog geen half uur stond ik weer buiten. Ik was vrijgesteld wegens een bijzonder geval. Ik had geen idee wat het was maar ik vond het prima.

Afgestudeerd aan Kunstacademie

Na een paar jaar intensief freewheelen deed ik toelatingsexamen aan de Kunstacademie waar ik zes jaar later afstudeerde. Als ondernemer had ik verschillende bedrijven in decor- en tentoon-stellingsbouw. Naast mijn werk als bouwaannemer werkte ik tijdelijk als teamleider tentoonstellingsdienst bij een groot museum voor moderne kunsten. In mijn vrije tijd coachte ik kunstenaars op hun weg naar succes. Mensen met een beperking vonden hun weg naar een werkervaringsplek binnen mijn bedrijf. Eigenlijk draaide alles wat ik deed om de mensen met wie ik te maken had. Bouwen werd na verloop van tijd een bijzaak en winst was ondergeschikt.

Eind 2007 ging het licht uit, zoals ik dat noem. Ik werd ziek, raakte psychisch het pad volkomen bijster en verloor binnen een halfjaar alles wat een mens soci-aal-maatschappelijk kan voorstellen: huis, haard, huwelijk, bedrijf, inkomen. Alles. Drie jaar leefde ik het leven van een paria aan de onderkant van de samenleving, tot ik mijn huidige vrouw ontmoette.

Leven weer op de rit

Mij werden uiteenlopende diagnoses gesteld. Ik had mijn hele leven al last gehad van diepe depressies en toenemende concentratiestoornissen. Men zocht de oorzaak in hardnekkige trekken van stoornissen in mijn persoonlijkheid. Een dagbehandeling in de psychiatrie zou verbetering brengen. Zelf dacht ik: “dat moet beter kunnen” en zocht het zelf uit. Het bleek uiteindelijk 47xxy. Ik startte met een testosteronsupplement en binnen een jaar of anderhalf had ik mijn leven weer vrij aardig op de rit. Als gevolg van de geestelijke stabiliteit die testosteron met zich meebrengt, blijven de depressies al jaren uit. In werktijd weet ik de concentratie tamelijk goed vast te houden maar thuis is de chaos compleet. Een inkomensbeheerder doet mijn financiën en een vriend beheert mijn computer.

Ik had zoveel shit meegemaakt en zoveel mensen ontmoet die de weg terug al jaren kwijt waren, dat ik besloot mijn tweede carrière ten dienste te stellen van mijn medemens. Daarbij had ik het gevoel iets terug te moeten doen voor de uitkering, de schuldsaneringsregeling en het re-integratietraject waar ik gretig van gebruik maakte, allemaal instituties binnen de samenleving die me vroeger gestolen kon worden. Die interne opleiding tot verpleegkundige in de GGZ hoefde ik ook al niet zelf te betalen.

Opleiding in klinische psychiatrie

Ik werkte vier dagen per week en ging een dag naar school. Daar zat ik dan tussen de schoolverlaters terwijl ik zelf tegen de vijftig liep. Inhoudelijk stelde de opleiding niet heel erg veel voor. Alleen voor anatomie, pathologie, fysiologie en de verpleegkundige handelingen werkte ik mij uit de naad. Avond aan avond stampen, uur na uur. Weinig bleef hangen, net als vroeger. Sindsdien lees ik iedere week wel een populair wetenschappelijk boek of artikel over het wel en wee van de zieke en gezonde mens.

Antwoorden op vragen beredeneer ik op basis van mijn kennis en ervaring bij elkaar. De praktijk in de klinische psychiatrie was andere koek. De confrontatie met vreemde, invaliderende ziektes en de lijdensdruk die dat vaak met zich meebrengt vond ik overweldigend. Zoveel ellende had zelfs ik niet eerder gezien, soms lag ik er ‘s nachts van wakker. Op den duur leerde ik relativeren en te accepteren dat sommige levens nu eenmaal als ondraaglijk worden ervaren. Ik ontdekte daarbij dat ik van waarde kon zijn in het leven van anderen, door mensen bij te staan in de ontluisterende momenten die het leven soms in petto heeft.

Wat ik ook leerde en dat was misschien wel het belangrijkste: dat ook mijn eigen ervaringen hierbinnen van onschatbare waarde kunnen zijn en dat er zelfs zorginstellingen zijn waar dat een speerpunt is. Ik werk nu als sociaal-psychiatrisch medewerker verslavingszorg binnen zo’n instelling. Iedereen weet van mijn Klinefelter: vrienden en familie, collega’s en cliënten. Mijn beperkingen horen bij mij en samen met mijn grillige levenswandel maken ze mij tot wie ik ben.

Zonder de ander ben je niemand

In september start ik een opleiding aan de Academie voor Integrale Menswetenschappen, richting psychosociale hulpverlening. Je leert mensen zichzelf te helpen, samen met hen bij wie zij zich geborgen voelen. ‘In de shit kom je alleen, eruit alleen samen’, is mijn credo geworden. Zonder de ander ben je niemand.

Ik hoor vaak van cliënten dat zij zich vertrouwd voelen in mijn aanwezigheid, dat zij zich gehoord voelen en tot boeiende inzichten en veranderingen komen. Sommigen ervaren mijn persoonlijke ervaringen en bijbehorende verworvenheden als inspirerend in het hervinden en vervolgen van hun eigen weg. Dat gevoel is meestal wederzijds.

Harm

Related Posts

Leave a Reply