Dr. Kaikaew is gepromoveerd aan de afdeling Interne geneeskunde van het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Uit zijn proefschrift blijkt dat lichaamsvet (vetweefsel) veel sekse-afhankelijke kenmerken vertoont, waaronder mechanismen om de functie ervan te regelen.
In het algemeen zijn er twee soorten lichaamsvet, met tegengestelde functies. Wit vetweefsel (WAT) wordt erkend als een energiereservoir van het lichaam. WAT slaat namelijk overtollige energie op voor verder gebruik in de vorm van bloedvetten en geeft vetzuren af aan andere organen wanneer dat nodig is. Maar overmatige of abnormale vetophoping in het lichaam is de oorzaak van overgewicht, obesitas en andere stofwisselingsziekten. Bruin vetweefsel (BAT) geeft energie af als warmte en houdt daarbij de warmteproductie bij warmbloedige wezens zo goed mogelijk op peil door vetzuren en glucose als brandstof te gebruiken. Vroeger dacht men dat BAT alleen actief was bij pasgeborenen en jonge kinderen. De herontdekking van actief BAT bij volwassenen heeft de aandacht van veel onderzoekers getrokken, omdat activering van BAT een mogelijk therapeutische optie zou kunnen zijn voor de behandeling van obesitas.
Vrrouwen hebben meer vetweefsel dan mannen
Bij mannen en vrouwen is de verdeling en de functie van vetweefsel heel verschillend. Vrouwen hebben meestal meer lichaamsvet, maar verzamelen minder vet in hun buikholte, dat noemen we de appelvormige lichaamsvorm. Vrouwen hebben ook meer actief BAT dan mannen. Geslachtshormonen zijn belangrijk bij het reguleren van lichaamsvet. Dit blijkt onder andere uit het feit dat vrouwen vóór de menopauze minder vaak stofwisselingsziekten hebben dan mannen, maar na de menopauze is dat verschil verdwenen.
Studies bij muizen en mensen
In dit promotieonderzoeksproject hebben dr. Kaikaew en zijn team de regulering en functie van vetweefsel in allerlei aspecten bestudeerd aan de hand van vier studies bij muizen en mensen.
Samengevat versterken de bevindingen in dit proefschrift de redenering dat bij biologisch en translationeel onderzoek rekening moet worden gehouden met man-vrouwverschillen. Dit zou ook een extra overweging kunnen zijn bij de behandeling van obesitas, maar daar zijn meer studies voor nodig.
Onderzoek naar invloed op KS
Tenslotte bestuderen de onderzoekers van het Erasmus MC nu in meer detail de invloed van sekseverschillen op de stofwisseling, met name de uitwerking van een al dan niet veranderde stofwisseling bij genetische syndromen zoals het Turner-syndroom en het Klinefelter Syndroom. Als je geïnteresseerd bent in het project of meer informatie wilt, kun je contact opnemen met de hoofdonderzoekers dr. Laura de Graaff en dr. Jenny Visser.
Het hele proefschrift (in het Engels) kun je lezen opo https://repub.eur.nl/pub/124929.
Dr. Kasiphak Kaikaew, MD, PhD, Assistent Professor, Afdeling Fysiologie, Faculteit Geneeskunde Chulalongkorn Universiteit, Bangkok, Thailand